zaterdag 10 mei 2014

Zout

Eén van de mooiste zinnen uit de muziekgeschiedenis komt wat mij betreft voor rekening van The National. Ik heb het openingsnummer van hun laatste album Trouble Will Find Me nu al een half uur op repeat staan, en elke keer weer voel ik een brok in mijn keel opkomen als zanger Matt Berninger de woorden uit de titel zingt: ‘I should live in salt for leaving you behind’.

Hoewel ik het hele nummer enorm mooi vind — van de muziek tot de vocalen tot de tekst in zijn geheel — springt deze zin er voor mij echt uit. Hij roept een in-en-in tragisch beeld op, van iemand die verscheurd door verdriet en schuldgevoel op een plek leeft waar niets kán leven. Op een zoutvlakte, waar de zon genadeloos brandt en waar het water dat te vinden is de dorst alleen maar erger maakt. Waar zoutkristallen in open wonden en in alle slijmvliezen prikken, en waar de boetedoener uiteindelijk in het gekristalliseerde zout van zijn eigen tranen zal zitten. Zijn tijd uit zal zitten.

Op internet wordt de vergelijking met het oudtestamentische verhaal van de vernietiging van Sodom en Gomorra veelvuldig gemaakt. In dit verhaal (Gen. 18—19) worden de zondige steden vernietigd met zwavel en vuur. De gewaarschuwde Lot weet met zijn gezin te ontkomen, maar zijn vrouw kijkt tegen de instructies van God in achterom en verandert terstond in een zoutpilaar.

Zelf vind ik die vergelijking niet helemaal opgaan. Zeker, de vrouw van Lot keek ook terug op wat ze niet heeft kunnen redden, net als de ikfiguur uit het nummer. Maar waar zij direct in een zoutpilaar verandert en niet verder leeft, zingt Berninger over het verder leven in zout. En dat is ook het tragische wat uit ‘I should live in salt for leaving you behind’ spreekt: het boete doen, het langdurige lijden omdat je iemand hebt achtergelaten waar je bij had moeten blijven. Het dubbele verdriet: de pijn die niet alleen bestaat uit het verder leven an sich zonder degene die je achterliet, maar ook uit het stekende schuldgevoel dat jij de foute keuze gemaakt hebt alleen verder te gaan.

De rest van het nummer lijkt te wijzen op een (ex)geliefde die achter is gelaten (hoewel betwistbaar), maar ik wil het graag alleen over die ene zin ‘I should live in salt for leaving you behind’ hebben. Want wanneer ik die zin hoor vergeet ik de rest van het nummer, en zie ik het eerder geschetste beeld voor me van een gebroken persoon op een kale zoutvlakte. De gedachten van die persoon gaan in mijn beleving niet per se uit naar een (ex)geliefde, maar kunnen evengoed uitgaan naar een vriend, vriendin, broer, zus, of een ander familielid. Iemand van wie de ikfiguur houdt en had moeten helpen, bij had moeten blijven. Maar de ikfiguur liet de ander aan zijn of haar lot over, met alle gevolgen van dien. En nu is de ikfiguur die verliet zelf de verlatene, alleen met pijn en zout. Misschien verandert hij op den duur zelf in een zoutpilaar, je zou het haast hopen.

Overigens dacht ik bij het horen van ‘I should live in salt for leaving you behind’ aan een ander, meer recent literair werk. Wie Hhhh van Laurent Binet heeft gelezen herinnert zich wellicht het dorp Lidice dat niet herinnerd mocht worden; “Het bevel luidt Lidice letterlijk van de kaart te vegen. ... men strooit zout over de aarde om er zeker van te zijn dat er niets meer ontkiemt.” Bij het lezen van dit boek stroomde het zoutwater ongeremd uit mijn ogen; net als The National heeft Binet zeldzaam talent voor het oproepen van pijn juist door mooie teksten. Wellicht later meer hierover.


The National, “I Should Live in Salt”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten