woensdag 24 juli 2013

Ted King for President

Ik leerde Ted King ongeveer een jaar geleden kennen, tijdens één van mijn zwerftochten op het internet. Via een site met wielernieuws, een paar sites van Pro Tour-teams, en wat persoonlijke websites van andere professionele wielrenners kwam ik uiteindelijk uit bij King’s weblog, www.iamtedking.com – om er de komende uren niet meer weg te gaan. Ik verslond in één avond zo’n vier jaar aan artikelen die bol stonden van humor, zelfspot, en grappige observaties, en sloot uiteindelijk alleen maar af omdat mijn verantwoordelijkheidsgevoel (de wekker stond de volgende dag op acht uur) mijn snelgroeiende fascinatie nog net de baas was. De volgende dag zette ik tegelijk met het koffiezetapparaat de computer aan, en dook weer in King’s digitale dagboek.

Na een paar dagen had ik vrijwel elk artikel gelezen en was ik groot fan van de renner uit New Hampshire. Ted King is door zijn broer Robbie het wielrennen ingerold. Via de wielerploeg van zijn college, de Amerikaanse jeugdploeg, een Amerikaans continentaal team, en het Cervélo Test Team werd hij in 2011 in het Pro Tour-team van Liquigas-Cannondale (het huidige Cannondale) opgenomen. In deze ploeg is hij een domestique, een knecht: iemand die bidons met water bij de ploegwagen ophaalt, iemand die aan kop van het peloton rijdt lang voor de prijzen verdeeld worden, iemand die simpelweg als windscherm opgesteld wordt. Kort gezegd, geen man voor de overwinningen. Voor Ted King geen bloemen na afloop van een koers, geen zoenen van rondemisses en geen leven als een popster. Maar dat hoeft voor hem ook niet. Ted King geniet van het fietsen zelf, van koffie, maple syrup en lekkere wijn, van de reizen die hij dankzij zijn beroep mag maken, en van allerlei kleine dingen die hij als geen ander kan waarderen en waar hij als geen ander over kan schrijven.

Na een aantal weblogs van hem gelezen te hebben, is duidelijk dat Ted King één grote droom heeft: deelnemen aan de Tour de France. Vorig jaar in de zomer reed hij de Ronde van Polen, of zoals King zelf schreef: “the Tour de France East, which this year is seven days of racing all throughout Poland and curiously is more accurately called the Tour of Poland. […] The Tour of Poland […] is basically a who’s who of who’s not racing that three-week dealie in France right now.” Dit jaar mocht hij dan zijn debuut maken in de Ronde van Frankrijk. De honderdste editie, de eerste voor de dertigjarige Amerikaan. “The dumptruck full of awesome is headed to France!” aldus King

Van een droomdebuut was echter bepaald geen sprake. Al in de eerste etappe was de renner betrokken bij een valpartij, waar hij allesbehalve ongeschonden uitkwam: hij moest de Tour vervolgen met (onder andere) een zware schouderblessure. De tweede en derde etappe beet hij op zijn tanden en reed hij de ritten keurig in de laatste bus uit. De vierde etappe stond een ploegentijdrit gepland. Aangezien de houding op een aerodynamische tijdritfiets te veel pijn deed voor de gehavende King, ging hij van start op een gewone wegfiets. Voor wie de verschillende modellen niet voor zich ziet: dat is een wereld van verschil. Al in de eerste kilometers moest hij zijn ploeggenoten dan ook laten gaan: hij kon ze simpelweg niet bijhouden. Maar in plaats van zijn fiets naar de kant van de weg te sturen en in de ploegwagen te gaan zitten, ploeterde King zich in zijn eentje een weg over het parcours. Opgeven? Dat nooit. Na 32 minuten en 32 seconden afzien bereikte hij de finish – dat is een gemiddelde snelheid van 46 km/u, dat halen de meeste (amateur)renners alleen met stevige wind mee en bergaf. Maar de jury was niet onder de indruk. 7 seconden buiten de tijdslimiet, zo stelden ze kil vast. Ted King moest de Tour de France verlaten.

Maar reglementen zijn in het wielrennen eigenlijk nooit in steen gebeiteld. Finishlijnen kunnen ineens verlegd worden, en er worden her en der wat tijdstraffen uitgedeeld of tijden juist naar beneden bijgesteld. Bovendien heeft de jury in het verleden vaker met de hand over het hart gestreken: in 2011 heeft bijvoorbeeld een groep van 88 renners, waaronder topsprinter Mark Cavendish, clementie gekregen terwijl de tijdslimiet van die etappe met bijna twee minuten overschreden was. Wat de zaak-King nog extra wrang maakt, is dat de fietscomputer van King zelf een andere tijd aangaf dan de tijd die de jury hanteerde. Volgens Kings eigen meting was hij binnen de limiet gebleven.

Er is veel geschreven en gezegd over dit voorval. De interviews met een geëmotioneerde King, waar de verslagenheid vanaf droop, gingen de hele wereld over. Eigenlijk was iedereen het er over eens dat King een rolmodel voor het wielrennen is: op de fiets kan hij ontzettend afzien en knokt hij voor wat hij waard is, en tegelijkertijd is hij buiten de koers zo bereikbaar, zo menselijk. Voor het eerst sinds lange tijd heeft het wielrennen weer een renner waar ze zonder voorbehoud trots op mag zijn, zo klonk het. Op Twitter werd massaal de hashtag “#LetTedRide” gebruikt, en ook via Facebook en andere sociale media stroomden de steunbetuigingen aan de Cannondale-renner binnen. Ook ik besloot een mail te sturen. Ik vertelde hem hoe verschrikkelijk zonde ik het vond dat hij uit de Tour de France gezet was (en, welja, dat ik zeker was dat heel Nederland het met me eens was), dat ik sinds tijden trouw lezer ben van zijn weblog, en mijn virtuele tourploeg naar hem vernoemd heb: “Ted King for President”. Niet een heel bijzonder verhaal, waarschijnlijk kreeg hij honderden van zulke steunbetuigingen, maar toch leuk om te lezen. Binnen twee uur kreeg ik antwoord:

Thank you Heleen. Your email means a lot to me right now.

Best,

Ted

Voor mij maken renners als Ted King het wielrennen de moeite waard. Ze laten zien dat wielrennen meer is dan hard fietsen. Ze laten zien dat wielrennen, net als alle sporten overigens, emotie is, en dat wielrenners ook maar mensen zijn die net als iedereen vallen, weer opstaan, en hun dromen verder achterna jagen. En ik hoop dat de droom van Ted King volgende zomer écht uitkomt, en hij na drie weken koers de Champs-Elysées op mag rijden. Wat zal de champagne dan goed smaken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten